Een gashaard, nog jaren lang een belangrijke sfeermaker
In Nederland worden in de toekomst minder woningen aangesloten op gasnetwerk, maar de komende 30 tot 40 jaar neemt gas nog altijd een belangrijke plaats in als het omverwarmen gaat.
Sinds september hebben we een nieuwe regering en in het regeerakkoord staat dat het afgelopen moet zijn met het stoken van gas en dat gasleidingen niet langer nodig zouden zijn. Is dat ook echt zo?
De berichtgeving in Nederland wordt enorm beïnvloed door de aardbevingen in Groningen (die bevingen zijn veroorzaakt door het winnen van/ boren naar aardgas in Groningen). Maar ook omdat we ons verbonden hebben aan internationale klimaatverdragen waarin Nederland wil voldoen aan een lagere uitstoot van CO2. Bij verbranding van fossiele brandstoffen (zoals aardgas, aardolie en kolen) komt CO2 vrij en dat wil men dus verminderen. Dat doet men door een pakket aan maatregelen. De industrie en wegverkeer zijn grootste veroorzakers maar alle sectoren moeten mee doen om de doelstellingen te halen. Dat geldt ook voor de aardgassector.
De regering wil huizen van het aardgasnetwerk afhalen en steeds minder nieuwbouwwoningen aangesloten hebben op het aardgas. Ook wordt er gesproken om bestaande gasleidingen te verwijderen, maar uit diverse rapporten blijkt dat het te kostbaar is voor bestaande bouw om af te gaan van het gas en anders/ elektrisch te gaan verwarmen (al snel 50-80.000 euro per woning). Bovendien is er in de toekomst helemaal niet genoeg groene stroom om altijd aan 8 miljoen huizen elektriciteit te leveren. Er wordt dus druk gezocht naar oplossingen.
Zo zien we ook ontwikkelingen op het gebied van biogas en waterstof. Er komt al steeds meer biogas beschikbaar en daarvoor is ook een gasnetwerk nodig en ook de ontwikkelingen om elektriciteit om te zetten van waterstof naar methaangas krijgen steeds meer vorm. Ook hout als hernieuwbare brandstof (biomassa) wordt genoemd als oplossingsrichting. Het aantal verschillende soorten woningverwarmingen zal dus toenemen. De hybride warmtepomp (gas en elektriciteit) en schone biomassa toestellen in combinatie met een warmtepomp lijken goede alternatieven. Dat in de toekomst minder woningen aangesloten zullen zijn op het aardgasnetwerk is een feit. Het doel is dat er in 2030 een kwart van de huizen van de aardgas af moet zijn. De aardgasleveringen aan alle andere woningen zullen in ieder geval tot 2050 doorgaan. Bij een levensduur van een toestel van 25 jaar is investering in een gastoestel nog steeds verantwoord voor consumenten.
De komende 30 tot 40 jaar zal aardgas nog altijd een belangrijke plaats innemen als het om verwarmen gaat. En als er in de toekomst groen gas door onze leidingen stroomt, zullen wij ervoor zorgen dat onze haarden en kachels straks ook mooi op deze gassoorten branden. Uiteraard zien we wel dat de nieuwe woningvoorraad steeds minder gasleidingen krijgen, daarom zorgen we bij nieuwe toestellen ook voor propaan varianten. We blijven vanuit onze R&D afdeling natuurlijk kijken naar alternatieve brandstoffen voor de toekomst.